Open de deur! Maak een einde aan discriminatie en uitsluiting op de private huurmarkt 

02/12/2021

“Er woont al iemand met een kleureke in het gebouw, ik wil de andere huurders niet nog bezorgder maken.” 

“Als ze geen huursubsidie krijgen omdat hun woning slecht is, waarom verhuizen ze dan niet gewoon?” 

“Als Mohammed perfect Nederlands spreekt en een job heeft, dan zal geen enkele verhuurder hem nog weigeren.” 

"Huis te huur: sociale gevallen, gelieve zich te onthouden!” 

“Liefst geen huurders met een hoofddoek, want er hangt een ventilator aan het plafond en ik wil geen ongelukken.” 



Gechoqueerd door deze uitspraken? Helaas is dit geen fictie, maar bittere realiteit.  

Deze discriminerende uitspraken werden gedaan door eigenaar-verhuurders, immo-makelaars én beleidsmakers. Het toont aan dat we nog een hele weg te gaan hebben om het recht op wonen waar te maken voor iedereen.

De krapte op de huurmarkt, zowel de private als de sociale huurmarkt, zorgt voor concurrentie tussen kandidaat-huurders. Mensen met een laag inkomen, mensen met een migratieachtergrond, nieuwkomers, alleenstaande ouders, grote gezinnen, … zijn de dupe. 

Laten we ons ook geen illusies maken

Racisme en vooroordelen spelen hierin een rol. In hun zoektocht naar een ‘ideale huurder’ laten verhuurders en immo-kantoren zich nog te vaak leiden door stereotypes en veralgemeningen. Dat bewijst het wetenschappelijk onderzoek, dat wordt onderschreven door de vele getuigenissen. 

Zeker voor mensen die ver staan van dat ideaalbeeld van de verhuurder, is de situatie dramatisch. Een nieuwkomer met een onzeker inkomen, een groot gezin uit een etnisch-culturele minderheid, een alleenstaande ouder die beroep doet op een waarborg via het OCMW, voor hen gaat de deur maar zelden open. 

Het onderzoek met praktijktesten van professor Pieter-Paul Verhaeghe  kwam tot de conclusie dat er in alle steden en grotere gemeenten gediscrimineerd wordt op basis van etniciteit ongeacht het inkomen. Nog meer door particuliere verhuurder dan door makelaars.

Het percentage waar de persoon uit een etnisch-culturele minderheid niet werd uitgenodigd, maar de persoon met Belgische naam wel varieert van 5% tot maar liefst 72%! 
Een verhuurder mag en moet zelf kiezen, maar discrimineren mag niet, simpel toch. Verplaats je even in de kandidaat-huurder.

Steeds geweigerd worden om wie u bent.  

Om de discriminatie en uitsluiting te omzeilen word je noodzakelijk creatief. Je maakt afspraken onder een andere naam, je neemt witte vrienden mee. Je voelt je verplicht om je eigenheid te verbergen om een kans te krijgen. Je bewapent jezelf met bewijzen dat je wel een goede huurder bent.

Je zoekt mensen die borg willen staan, laat soms zelf potentiele verhuurders toe om je huidige woning te ‘inspecteren’. Alles om toch maar een goede woning te vinden. Dat is toch onrechtvaardig! 

Niemand zou het aanvaarden moest een ziekenhuis mensen weigeren te behandelen omwille van hun afkomst. Maar mensen een dak boven hun hoofd weigeren, dat is wel ok? 

De wetgever aanvaardt deze vormen van discriminatie gelukkig niet. Maar bij de handhaving van het verbod op discriminatie op de woonmarkt loopt het mis. Hoe verzamel je bewijs? En met een klacht heb je nog niet opeens een woning gevonden, zelf wanneer het tot een veroordeling komt. 

Beleidsmakers voelen zich weinig aangesproken om dit probleem op te lossen.

Ze leggen het probleem bij diegene die wordt uitgesloten. Men spreekt van activatie naar werk en een strengere integratie. Ondanks het wetenschappelijk onderzoek dat telkens opnieuw bewijst dat louter een lager inkomen of de foute familienaam al tot uitsluiting leiden.

Het recht op wonen garanderen en een einde maken aan discriminatie en uitsluiting is niet alleen in van belang voor de huurder nu, maar ook voor hun kinderen. Zodat zij in stabiele woonomstandigheden kunnen opgroeien. Mensen die uitgesloten worden van de private huurmarkt en op de veel te lange wachtlijsten voor een sociale woning staan, zoeken nu eenmaal andere oplossingen.

Ze komen terecht bij huisjesmelkers, in te kleine woningen. Ze logeren bij familie en vrienden tot ze toch hun plek kunnen vinden. Dak- en thuisloosheid zijn niet altijd een gevolg van armoede, maar ook de oorzaak ervan.

De situatie is onleefbaar.

Verhuurders en makelaars, schuif jullie vooroordelen opzij en zet de deur ook open voor mensen die niet aan jullie ‘ideaalbeeld’ voldoen. Maar ook de overheid moet aan de slag. Beleidsmakers, jullie hebben de sleutel in handen om discriminatie en uitsluiting aan te pakken. 

Op de private markt moet meer handhaving van de anti-discriminatiewetgeving komen. Dit kan door praktijktesten ruimer in te zetten, ook als voorbereiding voor de opstart van juridische procedures.

Mensen die het doelwit zijn van discriminatie weten nog te weinig waar ze terecht kunnen. Ze moeten ondersteuning krijgen om hun situatie aan te kaarten. Participatie van mensen in armoede en zelforganisaties aan het (lokaal) woonbeleid, kan resulteren in gerichte acties om eigenaars en makelaars te sensibiliseren.

Daarnaast moet de overheid zorgen dat er voldoende sociale woningen zijn, die ook toegankelijk zijn voor nieuwkomers. Meer sociale woningen kan de concurrentieslag om de goedkoopste huurwoningen op de private markt temperen.

Met de campagne “Wonen: een gunst en geen recht? Onaanvaardbaar!” willen Welzijnszorg, Beweging.net, Internationaal Comité, ORBIT vzw, SAAMO en Welzijnsschakels de drempels en obstakels van mensen in armoede op de woonmarkt onder de aandacht brengen. We vragen een leefbaar woonbeleid waar het recht op wonen voor iedereen gegarandeerd is. 

Meer informatie: Annabel Cardoen – stafmedewerker politiek Welzijnszorg vzw – 0497 135 587
 



In welke mate verschilt de huurdiscriminatie tussen gemeentes in België? – Prof. Pieter-Paul Verhaeghe (wordpress.com)